Het nieuwe pensioenstelsel nader toegelicht

Vanaf 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen in werking getreden. Het nieuwe pensioenstelsel vroeg om verandering. Uiterlijk 1 januari 2028 moeten pensioenregelingen voldoen aan de nieuwe regels. De overgang naar het nieuwe stelsel is een grote klus voor de pensioenfondsen. We geven graag wat informatie over het nieuwe pensioenstelsel.

De pensioenpijlers in Nederland

Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers:

  1. Het basispensioen dat iedereen van de overheid krijgt: de AOW (de Algemene Ouderdomswet): dat is een basispensioen dat iedereen van de overheid krijgt.
  2. Het pensioen opgebouwd via werkgever. Bijna alle werknemers (90 procent) hebben hiermee te maken.
  3. Binnen de fiscale regels zelf pensioen opbouwen, dus buiten de AOW en werkgever om.
  4. Het vermogen dat je zelf hebt opgebouwd. (sparen en beleggen)

Waarom ook alweer een vernieuwd pensioenstelsel?

De wereld en onze samenleving veranderen. We worden steeds ouder en wisselen vaker van baan. De overheid, vakbonden, werkgeversorganisaties en pensioenfondsen zagen daardoor dat de huidige regels niet meer goed pasten bij deze tijd. Vandaar de vernieuwing van het pensioenstelsel.

Wat blijft hetzelfde?

In het nieuwe pensioenstelsel blijven een aantal punten uit het huidige stelsel behouden:

  • Werknemers en werkgevers blijven samen betalen voor het pensioen. En je krijgt nog steeds pensioen zolang je leeft.
  • Naast pensioen krijg je later AOW, een uitkering van de overheid. Aan de AOW verandert weinig. De AOW-leeftijd stijgt nog wel, maar niet meer zo snel als eerst de bedoeling was.
  • De mee- en tegenvallers blijf je met elkaar delen.

De veranderingen in het vernieuwde pensioenstelsel?

  • Elke pensioenregeling wordt een premieregeling; er wordt vooraf afgesproken hoeveel premie elk jaar wordt betaald. Hoeveel pensioen je later daarvoor krijgt, ligt niet meer vast. Dit is onder andere afhankelijk van beleggingsrendementen, kosten en de gemiddelde levensverwachting.
  • Voor jongere en oudere werknemers geldt voortaan hetzelfde percentage pensioenpremie. Nu betaalt een werkgever voor een jongere werknemer procentueel minder pensioenpremie dan voor een oudere werknemer.
  • Je mag tot 10% van het ouderdomspensioen dat je hebt opgebouwd, op jouw pensioendatum direct opnemen. Dit wordt waarschijnlijk ingevoerd vanaf 1 januari 2025. Dat kan interessant zijn wanneer je:
    • schulden wilt aflossen, of bijvoorbeeld de eigen woning wilt verbouwen
    • wilt gaan reizen
    • zorgvoorzieningen wil gaan regelen
  • Een werkgever kan in het nieuwe pensioenstelsel het nabestaandenpensioen alleen op risicobasis verzekeren. Dit betekent dat de achterblijvende partner (en eventuele kinderen) alleen een uitkering ontvangen als de werknemer overlijdt terwijl deze in dienst is. Of al met pensioen. Gaat een werknemer uit dienst? Dan geldt er een verplichte uitloopperiode van drie maanden. De risicodekking loopt dus nog drie maanden door na uitdiensttreding. Het partnerpensioen niet meer afhankelijk van de diensttijd. Dat betekent dat de partner niet meer potentieel ‘de dupe’ wordt van baanwisselingen.
  • Het pensioen gaat meer meebewegen met de beleggingsresultaten van het pensioenfonds. Of dit ook voor alle bestaande pensioenen gaat gelden is nog onduidelijk.

Het nieuwe pensioenstelsel en het regeerakkoord

NSC-leider Omtzigt heeft zich in het verleden kritisch over het nieuwe pensioenstelsel uitgelaten. Het pensioenstelsel is niet in het regeerakkoord op hoofdlijnen meegenomen. Er zijn volgens Omzigt ook geen afspraken over gemaakt hoe het met het pensioenstelsel verder moet. Hij verwacht echter geen grote veranderingen.

We zullen in een later stadium op het nabestaandenpensioen terugkomen en op welke wijze een aantal pensioenfondsen het nieuwe pensioenstelsel invoeren.