
Voor de gemiddelde directeur-grootaandeelhouder (dga) voelt het aan het begin van elk jaar een beetje alsof je op een kruispunt staat met twee borden: één richting ‘dividend’ en één richting ‘meer salaris’. Welke afslag levert het meeste fiscaal voordeel op? En sinds de invoering van een nieuw lager tarief in box 2 van de inkomstenbelasting, is dat kruispunt er niet bepaald overzichtelijker op geworden.
Gelukkig is daar Tarik Oua-ali van het team fiscaal die het belastingdoolhof met heldere uitleg en rekenvoorbeelden weet te ontwarren.
Salaris of dividend? Dit speelt allemaal mee
De keuze tussen dividend of salaris hangt vooral af van de belastingdruk in drie belangrijke hokjes: de vennootschapsbelasting (VPB), box 1 en box 2 van de inkomstenbelasting en dividendbelasting.
Bij dividenduitkering betaal je eerst VPB over de winst van de bv. Vervolgens komt er dividendbelasting bij kijken. Het tarief is 15%. Dit is een voorheffing op de Box 2 heffing. Daarna volgt de belasting in box 2. Bij extra salaris gaat het vooral om box 1 – het bekende progressieve tariefstelsel waar je snel tegen de hogere percentages aanloopt.
Voor 2025 ziet het fiscale speelveld er als volgt uit:
- VPB: 19% tot € 200.000 winst, daarboven 25,8%.
- Box 2: 24,5% tot € 67.804 inkomen uit aanmerkelijk belang, daarboven 31%.
- Box 1: 35,82% tot € 38.441, 37,48% tot € 76.817 en 49,5% boven dat bedrag.
Wat dga’s niet volgens Tarik niet mogen vergeten, is dat er altijd gerekend moet worden met het gebruikelijk loon van minimaal € 56.000. Daar begint alles mee. Pas daarna kun je verder puzzelen.
Wat zegt de rekensom?
Als we deze percentages op elkaar stapelen, dan blijkt het volgende:
- Bij een lage VPB en lage box 2 is de gecombineerde belastingdruk bij dividend 38,85%.
- Valt zowel de VPB als box 2 in het hoge tarief, dan stijgt dat naar 48,8%.
Kijk je naar salaris, dan zit je – zodra je boven de € 76.817 uitkomt – direct op 49,5% belastingdruk. Dat maakt dividend aantrekkelijker bij grotere bedragen. Maar bij kleinere extra’s, waarbij je onder het hoogste box 1-tarief blijft, kan extra salaris juist voordeliger zijn.
Wat verandert er in 2025?
Het grote verschil in 2025 zit in de splitsing van het box 2-tarief. Het lage tarief van 24,5% geldt tot een inkomen uit aanmerkelijk belang van € 67.804. Daarboven geldt het hoge tarief van 31%.
Even vergelijken met eerdere jaren:
Jaar | VPB (laag/hoog) | Box 2 | Combi belastingdruk dividend |
2023 | 19% / 25,8% | 26,9% | 40,79% – 45,76% |
2024 | 19% / 25,8% | 24,5% / 33% | 38,85% – 50,28% |
2025 | 19% / 25,8% | 24,5% / 31% | 38,85% – 48,8% |
Nog iets om op te letten: excessieve leningen
Sinds 2024 is ook het maximale bedrag dat je als dga belastingvrij mag lenen van je eigen bv verlaagd naar € 500.000 (was in 2023 nog € 700.000). Alles daarboven wordt belast in box 2. Dus ook dát kan meewegen in de afweging of je beter kunt uitkeren of extra loon opnemen.
Dga zonder bv?
Soms loont het zelfs om jezelf af te vragen: is de bv nog wel de juiste rechtsvorm? Een dga kan geen gebruikmaken van ondernemersregelingen zoals de zelfstandigenaftrek of de mkb-winstvrijstelling. Die regelingen worden wel iets versoberd, maar bieden nog steeds belastingvoordeel.
Als ondernemer voor de inkomstenbelasting krijg je bijvoorbeeld 12,7% vrijstelling over de winst via de mkb-winstvrijstelling legt Tarik uit. En er is een zelfstandigenaftrek van € 2.470 als je 1.225 uur werkt in je bedrijf. Het is geen gek idee om ook daar eens een rekensom op los te laten.
Conclusie: altijd maatwerk
De conclusie voor 2025 wijkt niet heel veel af van eerdere jaren: bij hogere bedragen blijft dividend doorgaans aantrekkelijker, bij kleinere bedragen kan salaris fiscaal beter uitpakken. Maar…Er is geen one-size-fits-all, zegt Tarik beslist. Iedere dga is anders, en dus is een persoonlijke berekening altijd nodig. Zie het als een fiscale maatpak: alleen als het goed past, zit je comfortabel én voordelig.
Meer info over fiscaal advies bij AXP Adviseurs.