Schijnzelfstandigheid en de Wet DBA: Wat betekent de huidige stand van zaken voor jou?

Sinds 1 januari 2025 is de Belastingdienst weer actief op zoek naar gevallen van schijnzelfstandigheid. Dat betekent dat voor de eerste keer sinds het moratorium weer loonheffingen en indien van toepassing boetes kunnen worden opgelegd.
Waarom dit belangrijk is: stel dat jouw organisatie een zzp’er betaalt zonder dat die écht zelfstandig opereert, dan loop je risico op naheffingen van de Belastingdienst.

Overgangsjaar 2025: geen boetes bij aantoonbare inspanning

Gelukkig geldt er in 2025 een zachte landing. Als je als opdrachtgever kunt aantonen dat je stappen onderneemt (bijvoorbeeld door je beleid aan te passen), dan worden in dat jaar geen boetes wegens verzuim of vergrijp opgelegd. Maar let op: naheffingen kunnen wel plaatsvinden.
Praktisch voorbeeld: je gaat in 2025 rigoureus aan de slag met contracten en praktijkreviews. Je hoeft dan niet bang te zijn dat je meteen op boetes wordt gepakt, mits je de juiste stappen kunt laten zien.

Terugwerkende kracht: tot 5 jaar, maar vooral vanaf 2025

De Belastingdienst kan in principe tot vijf jaar terug naheffingen opleggen, maar dat is vooral bij kwade wil of bij het negeren van eerdere aanwijzingen. In de meeste gevallen richt de fiscus zich op relaties die zijn aangegaan vanaf 1 januari 2025.
Wat betekent dat concreet? Heb je zzp’ers ingehuurd vanaf begin 2025 zonder duidelijke zelfstandigheid? Dan staat er nu écht wat op het spel. Was het vóór die datum en heb je geen signalen gekregen? Dan is het risico kleiner maar niet stilzwijgend verdwenen.

Modelovereenkomsten blijven geldig tot eind 2029, maar alleen als de praktijk klopt

De Belastingdienst keurt géén nieuwe modelovereenkomsten meer goed. Bestaande modellen kun je wél blijven gebruiken tot 31 december 2029. Let wel: een modelcontract biedt alleen zekerheid als je er ook naar handelt.
Voorbeeld: je hebt een modelcontract waarin een zzp’er zélf zijn werktijden bepaalt én meerdere klanten heeft. Maar in de praktijk laat je die persoon elke dag op kantoor verschijnen alsof hij werknemer is. In dat geval telt het contract weinig: de praktijk overstemt de woorden.

Wetvoorstel Vbar: meer duidelijkheid én bescherming, vooral voor laagbetaalden

Het kabinet heeft het wetsvoorstel Vbar ingediend. Belangrijkste onderdelen:

  1. Er komen duidelijke toetsingscriteria in de wet, zodat je vooraf weet waarop je beoordeeld wordt.
  2. Er komt een rechtsvermoeden voor zzp’ers met lage tarieven (minder dan circa €36/uur): zij worden in die gevallen sneller als werknemer gezien.

Wat betekent dat? Iemand die €30/uur ontvangt, kan straks automatisch worden beschouwd als werknemer, tenzij je zeer sterk kunt aantonen dat het anders is. Dat gegeven maakt dat correct inrichten van de relatie cruciaal wordt, ongeacht tarief.

Wat is de kern? Praktische tips voor opdrachtgevers en zzp’ers

Waarom dit nú belangrijk is

  • Je loopt nu risico op naheffingen als je niet zorgvuldig documenteert hoe zelfstandig zzp’ers zijn.
  • Alleen contracten volstaan niet: wérkelijke zelfstandigheid, aangetoond met bewijs, telt.
  • Komende tijd worden wettelijke criteria en beschermingen ingevoerd, wat de regels stevig verandert.

Concrete actiepunten

  1. Maak per contract een objectieve beoordeling
    Denk aan vragen als:

    • Wie bepaalt de werktijd en -plaats?
    • Mag de zzp’er meerdere opdrachtgevers hebben?
    • Draagt hij (bij)risico (bijv. spullen, rekeningen, verzekering)?
      Leg die beoordeling op schrift vast.
  2. Bewaar relevant bewijsmateriaal
    • Offertes en facturen (niet alleen sheets maar ook wie het opstelde)
    • Marketingmateriaal waarin de zzp’er zich zelf promoot
    • Werkovereenkomsten, urenafspraken en werkbeschrijvingen
    • Betaalstructuur (bijvoorbeeld facturen gefiat door de zzp’er, niet via HR)
  3. Gebruik Belastingdienst-tools, maar vertrouw niet blind op contracten
    De Belastingdienst biedt checklists en een webmodule (“Beoordeling arbeidsrelatie”) die je helpen objectief te bepalen of een zzp’er écht zelfstandig is. Dat is prettig, maar de praktijk telt zwaarder dan elk formulier.
  4. Beoordeel je inhuurproces
    • Hoe ziet onboarding eruit?
    • Hoeveel zeggenschap heeft de zzp’er?
    • Hoe ga je om met vervanging, verlof en beoordeling?
      Bepaal of het proces structureel zelfstandigheid bevordert — of juist te veel intern stuurt.
  5. Schakel extern advies in bij twijfel
    In sectoren met intensieve inhuur (zoals zorg, onderwijs, transport of ICT) kan het verstandig zijn een fiscaal/juridisch expert of accountantskantoor te raadplegen — zeker als de relatie langdurig of complex is.

Voorbeelden die het helder maken

  • Praktijk x: Zorginstelling huurt ZZP-verpleegkundige in via modelovereenkomst. Maar ze werkt alleen op eigen zorgroutes, plant zelf en facturen worden rechtstreeks verstuurd. Resultaat: lage kans op schijnzelfstandigheid, effectief en zichtbaar zelfstandig.
  • Praktijk y: IT-bedrijf heeft zzp’er die bijna fulltime op kantoor zit, in het intranet zit, via het eigen systeem factureert en door teamleiding direct werk krijgt toegewezen. Ondanks het modelcontract is dit duidelijk loondienst onder Belastingdienstcriteria.
  • Praktijk z: Een zzp’er met €25/uur werkt voor meerdere klanten, maakt eigen offertes, mag thuis werken en heeft bedrijfsuren flexibel. Met Vbar kan een rechter in de toekomst sneller besluiten dat dit een werknemer is, tenzij je bewijslast heel sterk is.

Samenvattend in één oogopslag:

Onderdeel Stand van zaken / actiepunt
Handhaving Actief per 1 januari 2025; naheffingen mogelijk; boetes 2025 alleen bij gebrek aan inspanning
Modelovereenkomsten Alleen bestaande mogen tot eind 2029 gebruikt, maar praktijk moet ermee kloppen
Terugwerkende kracht Tot 5 jaar, maar in veel gevallen alleen vanaf 2025
Wet Vbar Biedt helderheid én rechtsvermoeden (m.n. bij < €36/uur)
Praktische advies Documenteer, bewijzen, gebruik tools, herzie processen, vraag advies bij twijfel

Conclusie

De tijd van vrijblijvende inhuur voorbij: wie nu zzp’ers inhuurt, moet dat zorgvuldig, transparant en onderbouwd doen. Goed documenteren en zelf-scannen is geen overbodige luxe, maar een must met het oog op risicospreiding en fiscale rechtszekerheid. Met het Vbar-wetsvoorstel in aantocht wordt helderheid wél beloofd, maar zekerheid komt vooral voort uit praktisch correct handelen vandaag.