Een nieuwe belasting box?

In een eerder bericht zijn zowel de veranderingen van de box 3 belasting en de veranderingen in de winstgevendheid van beleggen in vastgoed besproken, echter blijken er nu ontwikkelingen in het proces te zitten.

De staatssecretaris Marnix van Rij is van plan om het rendement van onroerende zaken te belasten in box 3, maar een onafhankelijke expert adviseert om een aparte box voor het belasten van vastgoed te bewerkstelligen.

Duurzaam Alternatief

Het kabinet hanteert het huidige beleid van een vermogensaanwasbelasting. Dit zou een duurzame oplossing moeten zijn voor de heffing op het rendement van vermogen. Onder deze belasting vallen het rendement uit vermogen, aandelen dividend, huurinkomsten uit vastgoed en niet gerealiseerde winsten uit effecten en vastgoed.

Box 4 Waardebepaling

Het bepalen van de waarde van vastgoed is en blijft een uitdaging. De uiteenlopende prijzen van verschillende soorten onroerende zaken helpen hier niet bij (bijv. beleggingspanden, bedrijfspanden, vakantiehuizen en land). De waarde van vastgoed ligt ook de locatie binnen Nederland. Dit zorgt voor een uitdaging om fiscaal correct prijsbewegingen van vastgoed aan te geven bij de belastingaangifte. Wellicht heeft dit ook toepassing op jouw fiscaliteit.

Hoogleraar Tom Berkhout is gespecialiseerd in vastgoed en stelt voor om een nieuwe belasting box (box 4) te verwezenlijken voor onroerende zaken. Berkhout is voorzitter van het vastgoedkenniscentrum van de Belastingdienst en hij is van plan om het “box 4” plan te publiceren in het Nederlandse Tijdschrift voor Fiscaal Recht (NTFR).

Afschaffing box 3 belasting

Staatssecretaris Marnix van Rij zal in overleg met de Tweede Kamer volgende week een besluit nemen over de invoering van de vermogensbelasting op werkelijke rendementen (beoogde invoerdatum: 1 januari 2027).- Van Rij heeft al een voorstel gedaan om particulier vastgoed te belasten in box 1, daar waar nu het eigen inkomen uit werk en woning onder vallen. Het Register Belastingadviseurs stelt zelfs voor om box 3 volledig af te schaffen en om alle vermogensbelasting naar box 1 te schuiven.

Sterker nog, van Rij presenteerde vorig jaar maar liefst 6 varianten om de onroerende zaken onder de nieuwe box 3 heffing te laten vallen, maar tevergeefs volgens hoogleraar Berkhout. De beoogde vermogensaanwasbelasting kan weleens bedreigd worden door de situatie rondom vastgoed en daarbij kan een vermogensaanwasbelasting voor vastgoed ook leiden tot liquiditeitsproblemen, aldus de hoogleraar.

Hier volgt een voorbeeld ter illustratie:

Als een eigenaar van een recreatiewoning weinig vermogen en inkomsten heeft, maar plots meer belasting moet afdragen door een waardestijging van de woning, dan kunnen betalingsproblemen ontstaan. De woning kan ook niet deels worden verkocht om aan de belastingaanslag te voldoen, iets dat wel toepasselijk is voor effecten.

Meer voordelen dan nadelen

Hoogleraar Berkhout is van mening dat vastgoed een probleem vormt voor de vermogensaanwasbelasting, mede door de graad van moeilijkheid om de waardeontwikkeling van vastgoed accuraat vast te stellen. Daarbij is er een potentieel gebrek aan liquide middelen om aan de belastingaanslag te voldoen. Al met al zorgt dit voor een kwetsbaarheid van vastgoed (juridisch gezien) ten opzichte van de vermogensaanwasbelasting. De oplossing? Een nieuwe belastingbox (box 4) met een jaarlijkse platte vermogensbelasting op de waarde van onroerende zaken. Berkhout heeft geconstateerd dat een percentage van 1% voldoende zou moeten zijn om de box-3 opbrengsten te evenaren. Berkhout beweert dat een complexer belastingsysteem (met een nieuwe belastingbox) niet opweegt tegen de voordelen van het in leven brengen van box 4. Hij zegt dat dit slechts een “optisch nadeel” is.

Verder overleg zal meer duidelijkheid geven over de mogelijkheden en resultaten. Natuurlijk zullen we je op de hoogte blijven houden van al het nieuws omtrent deze ontwikkeling.

Mocht je nog vragen hebben, dan kun je op onze contactpagina of op AXPedia terecht. Ons team is meer dan bereid om uitleg te geven over de maatregelen en de daarbij horende consequenties.