Eindejaarstips voor alle ondernemers
Het einde van het jaar komt weer in zicht. Een goed moment om stil te staan bij uw fiscale positie. Veel regelingen zijn jaargebonden: wat u vóór 31 december nog regelt, kan een belastingvoordeel opleveren. Onderstaand bericht geldt voor alle ondernemers en helpt u om uw situatie te optimaliseren en met een gerust gevoel het nieuwe jaar in te gaan.
Onderwerpen in dit bericht:
- Benut resterende vrije ruimte in de WKR
- Gerichte vrijstelling voor thuiswerken
- Benut de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
- Benut de energie- en milieu-investeringsaftrek
- Voorkom bijtelling bestelauto’s voor personeel
- Anticipeer op mogelijke extra heffing op niet-elektrische personenauto’s van de zaak
- Benut vrijstelling fietsen van de zaak die niet thuis worden gestald
Benut resterende vrije ruimte in de WKR
Benut de vrije ruimte voor de werkkostenregeling (WKR) goed. Heeft u nog ongebruikte ruimte? Dan kunt u misschien dit jaar uw werknemers nog belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen geven. U kunt een ongebruikt deel van de vrije ruimte niet doorschuiven naar volgend jaar.
In 2025 is de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de loonsom 2%. Daarboven geldt een percentage van 1,18%. In 2026 blijft het percentage over de eerste € 400.000 van de loonsom 2%. Mocht u verwachten dat in 2026 de vrije ruimte boven de eerste € 400.000 uitkomt dan kan het voordelig zijn om een deel van de vergoedingen en verstrekkingen van volgend jaar naar voren te halen. Meer weten? Stuur een bericht naar salaris@axp.nl
Gerichte vrijstelling voor thuiswerken
Een werkgever mag (onder voorwaarden) aan haar werknemer een onbelaste vergoeding per thuiswerkdag geven. Voor 2025 is deze vergoeding € 2,40. Voor 2026 wordt deze vergoeding waarschijnlijk € 2,45. Voor werknemers die structureel thuiswerken geldt een praktische regeling, waardoor onder voorwaarden een vaste vergoeding mag worden gegeven.
Investeer nog dit jaar: benut de investeringsaftrek
Investeren in bedrijfsmiddelen is niet alleen goed voor de groei van uw onderneming, maar kan ook fiscaal voordeel opleveren. Wanneer u dit jaar investeert in bedrijfsmiddelen, komt u mogelijk in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Deze aftrek kan oplopen tot 28% van het investeringsbedrag bij investeringen tussen ongeveer € 2.800 en € 387.000 (bedragen 2025). Ligt u net onder een drempel, dan kan een kleine extra investering vóór 31 december juist méér aftrek opleveren.
Benut de energie- en milieu-investeringsaftrek
Naast kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) kunt u ook recht hebben op energie-investeringsaftrek (EIA) als u investeert in bepaalde energiezuinige bedrijfsmiddelen of milieu-investeringsaftrek (MIA) als u bepaalde milieuvriendelijke investeringen doet. De EIA bedraagt 40% van de investering. De MIA bedraagt afhankelijk van het bedrijfsmiddel 27%, 36% of 45%. Alleen investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen komen voor de EIA of MIA in aanmerking. Kleine investeringen tot een bedrag van € 2.500 komen niet voor EIA of MIA in aanmerking. U krijgt alleen EIA of MIA als de investeringen binnen drie maanden na het aangaan van de verplichting digitaal via het e-loket op mijn.rvo.nl zijn gemeld. Aan de hand van de energielijst of de milieulijst op de site www.rvo.nl kunt u bepalen of een bedrijfsmiddel in aanmerking komt voor EIA of MIA.
Onbelaste vergoeding voor het woon-werkverkeer wordt niet verhoogd
Werkgevers kunnen werknemers een belastingvrije vergoeding geven voor de kosten van het reizen van huis naar een vaste arbeidsplaats. Die onbelaste vergoeding is in 2025 € 0,23 per kilometer, voor de heen- én de terugreis. In 2026 blijft deze onbelaste vergoeding € 0,23 per kilometer.
Vervroeg aanschaf elektrische auto naar 2025
Met ingang van 2026 geldt er geen verlaagd tarief meer voor de bijtelling wegens privégebruik van elektrische auto’s die vanaf dat moment voor het eerst op kenteken worden gezet. Bij aanschaf of afsluiten van een leaseregeling van elektrische auto’s van de zaak in 2025 kan nog gedurende 60 maanden gebruikt worden gemaakt van de 17%-bijtelling over de cataloguswaarde tot € 30.000 en 22% over het meerdere. Wordt een dergelijke auto vanaf 2026 voor het eerst op kenteken gezet, dan geldt een bijtelling van 22% over de gehele cataloguswaarde.
Voorkom bijtelling bestelauto’s voor personeel
Heeft uw onderneming bestelauto’s die aan het personeel ter beschikking worden gesteld? Dan moeten de werknemers in principe belasting betalen over de bijtelling voor het privégebruik van de bestelauto. Rijdt uw werknemer op jaarbasis minder dan 500 km privé met deze bestelauto? Dan kan de werknemer, net als voor een personenauto, voor een bestelauto een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen. Voor bestelauto’s zijn er daarnaast speciale mogelijkheden om de bijtelling te voorkomen als de werknemer niet privé kan of mag rijden met de bestelauto. Denk daarbij aan:
- een niet buiten werktijd te gebruiken bestelauto (auto ‘achter het hek’);
- een verbod op privégebruik bestelauto;
- een ’Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’.
U moet het privégebruik dan wel onmogelijk maken en het autogebruik controleren. Voor het verbod op privégebruik kunt u eventueel gebruik maken van een voorbeeldafspraak die u kunt downloaden van www.belastingdienst.nl (voorbeeldafspraak verbod privégebruik bestelauto).
Let op: Als de bestelauto door zijn aard en inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen, hoeft u geen rekening te houden met een forfaitaire bijtelling.
Anticipeer op mogelijke extra heffing op niet-elektrische personenauto’s van de zaak
Waarschijnlijk komt er vanaf 2027 een pseudo-eindheffing van 12% over de cataloguswaarde (incl. btw en bpm) van een door de werkgever ter beschikking gestelde fossiele (waaronder hybride) personenauto, die de werknemer ook privé mag gebruiken. Let op: Voor deze regeling geldt woon-werkverkeer als privé.
De invoering is dus gepland voor 1 januari 2027, maar de maatregel ligt nog niet volledig vast. De wetgeving wordt nog besproken in politiek Den Haag en binnen de autosector. Het is dus mogelijk dat de invoeringsdatum wijzigt, de regeling wordt aangepast of dat de pseudo-eindheffing uiteindelijk niet doorgaat.
Een pseudo-eindheffing is een bijzondere vorm van loonbelasting. De vertaling van ‘pseudo’ is ‘schijnbaar’. In deze context houdt dat in dat het formeel geen echte eindheffing is, maar wel dezelfde werking heeft.
Voor brandstofauto’s die vóór 2027 zijn verstrekt, geldt een overgangsperiode tot 17 september 2030. De pseudoheffing geldt voor die auto’s pas ná deze periode. Wisselt de auto tijdens deze periode van werkgever, dan vervalt de overgangsregeling. Wisselen binnen dezelfde werkgever is wel toegestaan.
Wanneer geldt de pseudo-eindheffing niet?
Er zijn enkele gevallen waarin de pseudo-eindheffing van 12% straks niet geldt:
- volledig elektrische en waterstof aangedreven auto’s vallen buiten de heffing.
- De heffing geldt niet voor auto’s die uitsluitend zakelijk worden gereden en niet worden gebruikt voor woon-werkverkeer.
- De maatregel geldt niet voor zzp’ers.
- De regeling geldt voor bestelauto’s (met uitzondering voor personenbusjes voor zorgvervoer).
Benut vrijstelling fietsen van de zaak die niet thuis worden gestald
Voor fietsen die u als werkgever ter beschikking stelt aan uw werknemers en die zij ook privé mogen gebruiken, geldt een bijtelling van 7% per jaar over de aanschafwaarde. Als de fiets voor woon-werkverkeer wordt gebruikt telt dat in dit geval als privégebruik.
Bij deelfietsen, OV-fietsen en dergelijke kan dit tot ongewenste bijtellingen leiden.
Daarom is de regeling ingevoerd om geen bijtelling meer toe te passen als de ter beschikking gestelde fiets niet of slechts incidenteel (niet meer dan 10% van de tijd) bij het woon- of verblijfsadres van de werknemer wordt gestald. Voor een fiets die op een station gestald is en wordt gebruikt voor de overbrugging van de laatste kilometers.
Nog wat extra informatie over de fiets van de zaak:
Een fiets van de zaak valt binnen de vrije ruimte van de Werkkostenregeling (WKR). Zie eerste bericht van dit artikel)
Je kunt een fiets van de zaak op verschillende manieren aan jouw werknemers aanbieden, namelijk: je stelt een fiets ter beschikking, je schenkt of vergoedt een fiets, je verrekent de betaling van de fiets met het brutoloon van jouw werknemer of je verstrekt een lening voor de aanschaf van de fiets.
Welk type fiets valt binnen de vrije ruimte van de WKR-regeling?
De regeling geldt voor alle soorten fietsen, of jouw werknemer nu een elektrische fiets of een bakfiets kiest. Ook een fiets zonder trapondersteuning of een speed pedelec valt onder deze regeling.
Heeft u vragen? Neem met ons contact op.
Disclaimer
De bron van dit bericht is grotendeels het Register Belastingadviseurs. Deze informatie is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en vormt geen professioneel advies.
De inhoud kan onjuistheden bevatten en mogelijk niet meer actueel zijn. Indien u op basis van deze informatie advies wenst, verzoeken wij u contact met ons op te nemen.
Mario de Laat RB






